In haar jaarrapport schetste VKW Limburg een niet al te mooi fiscaal beeld van onze gemeente. Onze gemeente heft namelijk, samen met Maasmechelen, de meeste opcentiemen van de provincie. Die opcentiemen werden op 18 december 2017 in Maaseik vastgelegd op 1039. Als het gaat over de aanvullende personenbelasting behoort onze gemeente met 8,0% tot de subtop. In Maaseik, Neeroeteren of Opoeteren wonen is in verhouding dus een tamelijk dure hobby. Wij betalen hier tarieven van een vijfsterrenhotel voor bediening op camping niveau.
'Erst bei Ebbe zeigt sich, wer bei Flut nackt baden gegang ist' lezen we in een artikel in de Duitse krant Junge Freiheit over Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank. De krant is er niet zo gerust in dat het lagerentebeleid van Draghi een lang leven beschoren is. Mocht het beleid onderuit gaan dan zou de rente, en dus ook de druk op de overheidsfinanciën, kunnen stijgen.
Wat betreft een toenemende druk op onze overheidsfinanciën zijn alvast de economen van KBC op hun hoede. Eind mei verspreidde de studiedienst van de bank het bericht dat ons land zijn groeiprognoses naar beneden toe mag bijstellen. Dat is slecht voor de overheid want bij een dalende groei wordt simpelweg alles moeilijker te financieren. Eén van die zaken waarover we her en der horen dat ze nu al niet helemaal gefinancierd is, is die geweldige taxshift waar we het al over hadden in ons vorige magazine. Die taxshift waarvan wij schreven dat die er wel eens voor kon zorgen dat uiteindelijk de gemeenten minder inkomsten zou krijgen via het innen van opcentiemen. Als we minister van financiën Van Overtveldt geloven is die taxshift volledig gefinancierd, maar als je Het Laatste Nieuws van 12 augustus 2017 leest dan is dat maar het geval als de gewesten 806 miljoen euro bijbetalen.
Als je dan weer De Standaard van 09 april 2018 leest dan zie je dat er ook een factuur direct richting Vlaamse gemeenten komt. ‘Het gaat om zo’n 200 miljoen euro’, zegt Jan Leroy, van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Dit is het gevolg van de stijging van de nettolonen waardoor de gemeenten minder aanvullende personenbelasting kunnen innen. In Vlaanderen bedraagt die aanvullende personenbelasting gemiddeld 7%. In Maaseik, zoals we al vertelden, is dat 8%. Daarmee worden we dus meer blootgesteld aan verminderde inkomsten dan de gemiddelde gemeente. Omdat de belastingverlaging geldt voor de inkomsten van 2018 worden ze pas verrekend bij de belastingen in 2019 en afgerekend bij de gemeenten in 2020. Netjes na de volgende verkiezingen zullen de gemeenten dus weten hoeveel minder belastingsinkomsten ze gaan hebben.
Op de gemeenteraad van 28 mei 2018 interpelleerde onze fractie hierover de meerderheid. Blijkens de antwoorden zijn ze zich er toch van bewust dat er donkerwolken aan de horizon verschijnen. De twee elementen die onder druk komen door de Tax Shift, de opcentiemen en de aanvullende personenbelasting, zijn immers goed voor maar liefst 43% van de inkomsten van de gemeente. We weten het wel, de gemeente heeft beloofd dat zij de grotere hap die de hogere overheid neemt uit de inkomsten van de opcentiemen gaan compenseren. Maar, zolang we niet weten waar de gemeente het daardoor ontstane eigen verlies aan inkomsten gaat compenseren moeten we bij de les blijven.
Volgens het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving van de KUL, zullen de gemeenten door het systeem van opcentiemen de factuur van de federale taxshift de komende jaren sowieso almaar verder zien oplopen. We blijven als Vlaams Belang dus met recht en reden suggereren dat nog zal moeten blijken of onze inwoners zullen gevrijwaard kunnen blijven van de gevolgen van de Tax Shift. De gemeente belooft dat wel, maar als oppositiepartij is het onze plicht daar vraagtekens bij te plaatsen. Net zoals het ook onze plicht is om de inwoners op de hoogte te houden. Bij deze!
MkO & E.J